groep 5 - herhalingstaak - cat. K1-R1-W1

Doel
- De leerlingen kunnen klankwoorden, regelwoorden en weetwoorden onderscheiden
.

Dit is een herhalingstaak. Over de categorieën van deze taak is instructie gegeven in de volgende lessen:
- K1: klankwoorden mkm, mmkm - Spelling in beeld a, blok 1, les 1
- R1: verkleinwoorden op ~je en ~tje - Spelling in beeld a, blok 3, les 5
- W1: woorden met ei - Spelling in beeld a, blok 1, les 2

Materialen
- taakbladen (groep 5 - H - K1-R1-W1)
- antwoordbladen (groep 5 - H - K1-R1-W1)
- uitlegkaarten a (groep 4 - K1)
Deze uitlegkaart zit niet bij de uitlegkaarten van deze jaargroep. Toon de uitlegkaart daarom op het digibord of print hem.
- uitlegkaarten b (groep 5 - W1), (groep 5 - R1)

Activiteiten
Laat de leerlingen de taakbladen voor zich nemen en de opdrachten doorwerken.

Tips voor begeleid leren
Extra bij Uitleg
- Wijs op de grote groep van klankwoorden. Dat zijn woorden die je correct kunt spellen door het woord in klanken te hakken, te bepalen welke letters bij die klanken passen en die letters vervolgens in de goede volgorde op te schrijven.
Bij het schrijven van klankwoorden pas je de elementaire spellinghandeling toe, het spiegelbeeld van de elementaire leeshandeling. Bij het leren lezen van eenvoudige woorden gaat het om het samenvoegen (‘plakken’) van losse klanken tot woorden, bij het leren spellen gaat het juist om het losmaken (‘hakken’) van klanken die in een woord als één geheel klinken.
- Wijs op de groep weetwoorden. Noem als voorbeeld de woorden met de klank /ij/ en de woorden met de klank /ou/. Bij die woorden kun je niet horen of je ze met ei of ij schrijft. Je kunt niet op de klanken afgaan. Daarom zijn het geen klankwoorden, maar weetwoorden: je moet onthouden hoe je bepaalde klanken schrijft. De leerlingen hebben in groep 4 al met verschillende categorieën weetwoorden kennisgemaakt.
- Besteed aandacht aan de groep van de regelwoorden. Bij het spellen daarvan kun je niet op de klanken afgaan. Je hoeft al die woorden ook niet uit je hoofd te leren, omdat je op deze woorden een regel kunt toepassen. Bespreek als voorbeeld kort de regel: als een woord op de klank /t/ eindigt, moet je het langer maken om te weten hoe je het schrijft. Ook het schrijven van woorden met meer klankgroepen wordt door regels bepaald.
- Laat leerlingen die moeite met spelling hebben, regelmatig verwoorden waarom een woord een klankwoord, een regelwoord of juist een weetwoord is. Kinderen die spelling moeilijk vinden, hebben de neiging snel te gaan gokken. Gevraagd naar de aanpak die ze bij het schrijven van een woord hebben toegepast, zeggen ze vaak: ‘O dat woord, dat weet ik gewoon...’ Het kunnen noemen van een passende strategie bij het schrijven van eenvoudige woorden helpt hen later bij het benoemen en verwoorden van de moeilijkheden in meer ingewikkelde woorden.

Overigens: om de spellingleerstof in dit opzicht overzichtelijk te houden, is Spelling in beeld in groep 4 gestart met slechts twee strategieën (de klankstrategie en de weetstrategie). Pas in les 5 van blok 3 is  daaraan de regelstrategie toegevoegd. Bij het aanleren van de onveranderlijke woorden (de niet-werkwoorden) blijft het bij deze drie strategieën.