Doel
- De leerlingen oefenen werkwoordvormen verleden tijd.
Dit is een 16 op een rij- taak. Hierin laten de leerlingen zien of zij vier spellingcategorieën (nog) beheersen. Over deze categorieën is instructie gegeven in de volgende lessen:
- WW11: persoonsvormen van onregelmatige werkwoorden - Spelling in beeld d, blok 2, les 3
- WW12: vt's van regelmatige werkwoorden: ~de(n) of ~te(n) - Spelling in beeld d, blok 4, les 1
- WW13: vt's van regelmatige werkwoorden: ’t kofschip - Spelling in beeld d, blok 4, les 3
- WW14: vt's van regelmatige werkwoorden op ~ven of ~zen - Spelling in beeld d, blok 4, les 5
Materiaal
- taakblad (groep 8 - 16 OR - WW11-WW12-WW13-WW14 (2))
- antwoordblad (groep 8 - 16 OR - WW11-WW12-WW13-WW14 (2))
Activiteiten
Laat de leerlingen de 16 opgaven op het taakblad maken.
